Antwoorden op Kamervragen van kamerlid Maeijer over het bericht dat vergoeding van het medicijn Kaftrio tegen taaislijmziekte (CF) opnieuw is uitgesteld (2021Z18272) (ingezonden d.d. 20 oktober 2021).
1. Bent u bekend met het bericht
'Besluit over Kaftrio opnieuw uitgesteld'? 1
Antwoord vraag 1
Ja.
2. Wat is de precieze reden voor
dit uitstel?
3. Waarom duurt het zo lang
voordat Kaftrio in Nederland beschikbaar komt voor Cystic Fibrosis
(CF)-patiënten, aangezien Kaftrio al in zestien landen wordt vergoed, waaronder
Kroatië?
Antwoord vraag 2 en 3
Het Zorginstituut Nederland
oordeelde positief over de werking van Kaftrio maar concludeerde ook dat de
kosteneffectiviteit van Kaftrio zeer ongunstig is en dat de prijs die de
fabrikant vraagt onverklaarbaar hoog is2. Daarmee legt het middel
een groot beslag op het totale Nederlandse zorgbudget waardoor verdringing van
andere zorg dreigt. Om die redenen ben ik met de fabrikant in onderhandeling
getreden over de prijs van Kaftrio. Tot op heden heb ik met de fabrikant nog
geen overeenstemming kunnen bereiken over de prijs.
Een overheidsinterventie met een
beoordeling en een onderhandeling is helaas een noodzakelijk kwaad, dat tijd
kost en daarmee op gespannen voet staat met het patiëntbelang. Dat steekt mij
ook. Echter ben ik van mening dat niet deze interventie maar de hoge prijzen die
geneesmiddelenfabrikanten vragen een drempel vormen voor directe
patiënttoegang. De fabrikant van Kaftrio is dus wat mij betreft voornamelijk verantwoordelijk
voor de situatie dat Nederlandse patiënten moeten wachten op toegang tot het
geneesmiddel.
Het klopt dat Kaftrio in een aantal
Europese landen reeds beschikbaar is. In een deel van de Europese landen waar
Kaftrio reeds beschikbaar is vonden de afgelopen maanden onderhandelingen over
de prijs van het middel plaats waarna besloten is om het middel te vergoeden.
Daarnaast is het verschil tussen de beschikbaarheid in Nederland en andere
landen ook ten dele terug te voeren op verschillen in de
beoordelingssystematiek en het al of niet onderhandelen voorafgaand aan een
vergoedingsbesluit. In Duitsland bijvoorbeeld, wordt een geneesmiddel vanaf het
moment van Europese marktregistratie automatisch vergoed en volgen prijsonderhandelingen
na een jaar. In andere landen waar Kaftrio reeds beschikbaar is, zijn ten tijde
van de onderhandelingen over één van de eerdere CF middelen van deze fabrikant,
al prijsafspraken over Kaftrio gemaakt, waardoor Kaftrio snel beschikbaar kon
komen. Kaftrio is namelijk het vierde CF geneesmiddel van dezelfde fabrikant.
Voor de drie eerdere middelen van deze fabrikant (Kalydeco, Orkambi en Symkevi)
is ook in Nederland onderhandeld over de prijs, omdat het Zorginstituut
Nederland oordeelde dat deze te duur waren. Na prijsonderhandelingen zijn deze
middelen ingestroomd in het basispakket. Tot slot zijn er ook landen waar
Kaftrio nog niet beschikbaar is omdat de onderhandeling of beoordeling nog
loopt.
4. Kunt u zich voorstellen dat
dit voor CF-patiënten een ongelooflijke tegenslag is?
5. Beseft u dat CF-patiënten door
dit uitstel gezondheidsschade oplopen? Waarom laat u dat toe?
Antwoord vraag 4 en 5
Ik kan me goed voorstellen dat
het voor patiënten een ongelooflijke tegenslag is om te zien dat er een
effectief geneesmiddel is voor hun ziekte dat vanwege de prijs niet (direct)
beschikbaar is. Ik vind dat in het geval van Kaftrio vooral de zeer hoge
vraagprijs van de fabrikant een barrière vormt voor opname in het basispakket.
Dergelijke hoge prijsstellingen belemmeren een duurzame toegang van nieuwe
geneesmiddelen voor CF patiënten, maar ook voor patiënten met andere
aandoeningen. Vanwege hoge en vaak niet gemotiveerde prijzen van nieuwe
geneesmiddelen ben ik genoodzaakt om te onderhandelen over de vergoedingsprijs.
Zo streven we ernaar om deze dure medicijnen betaalbaar te maken en kunnen we
het ons veroorloven om ze duurzaam toegankelijk te maken voor patiënten.
Ik vraag fabrikanten om tijdens
de prijsonderhandeling hun geneesmiddel gratis beschikbaar te stellen voor
patiënten die niet kunnen wachten. Ik houd fabrikanten van geneesmiddelen,
gezien hun keuzes met betrekking tot de prijsstelling van hun geneesmiddelen,
primair verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van het geneesmiddel
tijdens de onderhandelingen. De fabrikant stelt Kaftrio momenteel beschikbaar voor
ernstig zieke patiënten die voor 21 augustus 2021 met een behandeling gestart
zijn. Ik heb de fabrikant gevraagd om Kaftrio tijdens de onderhandeling voor
alle patiënten die voor het geneesmiddel in aanmerking komen beschikbaar te
stellen. Ik ben, onder voorwaarde, ook bereid om de kosten voor de
beschikbaarheidsstelling mee te wegen in mijn onderhandelingen met de
fabrikant. De fabrikant is tot op heden niet ingegaan op mijn voorstel.
6. Waarom bent u onbereikbaar
voor de CF-patiëntenvereniging Nederlandse Cystic Fibrosis Stichting(NCFS)?
Vindt u het uitstel en de gevolgen voor patiënten zo onbelangrijk?
Antwoord vraag 6
Ambtenaren van het ministerie van
VWS hebben tijdens de onderhandeling meermaals contact gehad met de NCFS. In de
communicatie is de NCFS door de ambtenaren op de hoogte gesteld over de voortgang
van de onderhandeling. Half oktober heeft de NCFS het ministerie van VWS
benaderd met de vraag of ik persoonlijk in gesprek wil treden over de vergoeding
van Kaftrio. In reactie daarop heb ik de NCFS uitgenodigd voor een gesprek. Dit
gesprek heeft 11 november jl. plaatsgevonden.
7. In antwoord op eerdere
Kamervragen gaf de minister voor Medische Zorg aan: ‘Ik ga met de fabrikant in
gesprek over het tijdens de onderhandelingen ter beschikking stellen van
Kaftrio aan patiënten.’ Hoe staat het met die toezegging?
Antwoord vraag 7
Zie antwoord op vraag 4 en 5.
8. Deelt u de mening dat
levensreddende medicijnen beschikbaar moeten zijn al tijdens de
onderhandelingen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer gaat u dat
bewerkstelligen?
Antwoord vraag 8
Ik ben ook van mening dat
patiënten zo snel mogelijk toegang moeten krijgen tot levensreddende
medicijnen. Ik ben echter niet bereid om een, naar het oordeel van het
Zorginstituut, te duur geneesmiddel als Kaftrio uit de basisverzekering te
vergoeden zonder dat eerst acceptabele prijsafspraken worden overeengekomen. Zoals
ik in mijn antwoord op vraag 4 en 5 reeds heb toegelicht, vraag ik fabrikanten
om hun geneesmiddelen tijdens de onderhandeling beschikbaar te stellen en ben
ik bereid deze verstrekking mee te wegen in de prijsonderhandeling.
1 NCFS, 18 oktober
2021, 'Besluit over Kaftrio opnieuw uitgesteld'
(ncfs.nl/besluit-over-kaftrio-opnieuw-uitgesteld/).
Minister van Ark werd minister voor Medische Zorg nadat Bruno Bruins die functie had opgegeven. Hij was oververmoeid.
Op Linkedin en de website van de Rijksoverheid schrijft Paul Blokhuis, citaat: "Ik vind het belangrijk dat we in onze samenleving omzien naar elkaar. Juist naar mensen die het moeilijk hebben en er zelf niet uitkomen. Omdat zij bijvoorbeeld te maken hebben met psychische problemen, geen thuis hebben of geen dak boven hun hoofd. Hen moeten we helpen, zodat zij kunnen blijven meedoen en zich thuis voelen in onze samenleving. Meedoen is ook belangrijk voor mensen met een slechte fysieke gezondheid. We weten steeds beter dat leefstijl daarin een bepalende rol speelt. Daarom wil ik het makkelijker maken voor mensen om gezond te kiezen. Zo kunnen zij langer gezond blijven en langer van het leven genieten.'
Paul Bolkhuis is de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en is nadat Tamara van Ark aftrad eindverantwoordelijk voor het voeren van gesprekken over prijsafspraken over Kaftrio met Vertex.
Uit de beantwoording van de Kamervragen hierboven weergegeven stelt Paul Blokhuis, citaat: "Ik ben echter niet bereid om een, naar het oordeel van het Zorginstituut, te duur geneesmiddel als Kaftrio uit de basisverzekering te vergoeden zonder dat eerst acceptabele prijsafspraken worden overeengekomen."
Het Nederlands Zorginstituut adviseerde de voorganger van Paul Blokhuis op 29 april van dit jaar, citaat:
'Het middel zou pas mogen instromen als aan de volgende voorwaarden is voldaan: